Deze les is gemaakt door Marijke Wessel, Kunstbreak. Met als bron het boek Portretschilderen in olieverf van Liesbeth van Keulen
Het verschil in TOONWAARDEN bepaalt de ruimtelijkheid van de vorm. Les II
WAT LEER JE IN DEZE LES?
- Onderscheiden en toepassen van verschillende toonwaardenom een optimale ruimtelijke schildering te maken.
- Overzetten van je kopy op de ondergrond
- Randjes vervagen
- Contrasten durven maken en durven te laten staan
Maak dezelfde grijswaarden als in de vorige opdracht over toonwaarden.
Als je geen burnt omber / ultramarijn hebt gebruik je het zwart dat je vast wel hebt.
TIP eventueel voeg je een heel klein beetje okergeel of sienna gebrand bij het zwart. Hiermee maak je het zwart iets levendiger… maar voorkom wel dat het grijs opeens geel of oranje wordt.
Hoe zie ik de TOONWAARDE NU EIGENLIJK?
Toonwaarde is het verschil tussen licht en donker. Neem voor deze opdrachten dus een zwart/wit foto.
TIP weet je nog van de vorige opdracht. Om toonwaarden beter van elkaar te kunnen onderscheiden kijk door je oogharen (knijp je ogen half dicht dan zie je de verschillen tussen licht en donker duidelijker).
WAT HEB JE NODIG
- Je grijstoontrap uit les 1. Maak er eventueel even een waaiertje van
- Een portretfoto 2x zwart wit uitgeprint op A4 formaat
- Of als dat niet lukt een grote portretfoto uit een tijdschrift. Leg daar een overtrekpapiertje overheen en trek deze dan even over
- Potlood / houtskool / pastelkrijtje
- Stevig schilder papier A4 formaat (kan ook een stuk karton van en doos zijn hoor) of A3
- Of een schilderdoekje van 24-30 cm (bij A4 formaat foto) of van 30-40 cm (bij een A3 formaat foto)
- Acrylverf; ultramarijn, gebrande omber en titaan wit (mocht je retarder in huis hebben gebruik dat dan om de verf iets minder hard te laten drogen, een druppeltje is genoeg)
- Penselen, waterpot en een oude doek (eventueel een paletmesje om te mengen)
- Olieverf of wateroplosbare olieverf (COBRA) is ook erg geschikt voor deze opdracht.
STAP 1
Schilder eerst je hele doekje met de midelste toonwaarde midden grijs. Laat dit even drogen.
STAP 2
Pak een van de kopieën en ga op zoek naar de donkerste vlakken, gebruik hiervoor de toonwaardewaaier. Zit de kleur dichter bij 5 of bij 4?
Trek de omtrek van de vlakken over…dan de iets minder donkere vlakken. Verdeel de toonwaarden op de foto dus in de 5 toonwaarden van jouw toonwaardentrap. Je krijgt een soort inkleurplaat…( zie foto hierboven)
STAP 3
Zet de tekening op deze fotokopie nu over op je, inmiddels droge, schilderdoekje.
HOE?
Draai de fotokopie om en kleur het hele papier aan de achterkant behulp van het pastelkrijtje/ houtskooltje.
Plaats de foto dan op je schilderondergrond (let op de compositie) en plak het even aan de bovenrand vast om schuiven te voorkomen. Pak dan een potlood en trek de belangrijkste lijnen over. Bij een schilderdoekje kan het zijn dat je er een boek onder moet leggen om voldoende druk te kunnen geven.
Controleer of alles goed is doorgekomen alvorens je de fotokopie verwijderd en trek alle lijnen nog even dun over met je potlood.
STAP 4
Kies de penselen passend bij het formaat dat je schildert. Niet te klein/ niet te groot … liefst een beetje stevig. Omdat je waarschijnlijk met acrylverf zult werken is het van belang dat je een beetje doorwerkt.
Schilder je donkertse en op één na donkerste vlakken in. Zet de verf tegen elkaar aan. Ga dus niet direct druk in de weer met de overgangen, want voor je het weet heb je een nieuwe mengkleur gemaakt en ben je het contrast kwijt. Hou het overzichtelijk. Het klopt dat het er dus nog een beetje onnatuurlijk uit ziet!
Doe daarna hetzefde met de lichtste en de op één na lichtste toonwaarden.
TIP blijf steeds door je oogharen kijken en vergelijk zo steeds de foto en je werk met elkaar!
Werk de vlakken stap voorstap af.
STAP 5
Leg je werk naast de fotokopie en controleer nog eens of vlakken donkerder/ lichter moeten, maar verbeter alleen als het echt nodig is.
Pas nu kun je besluiten om de randen tussen de twee vlakje wat te verzachten. Pak een schoon penseeltje en kijk of je de verfranden nog kunt vervagen. Doe dit met een zachte aaiende beweging. Is de verf al helemaal droog dan breng je opnieuw een laagje verf van de juiste toonwaarde aan. Doe dan bijvoorbeeld eerst alle donkere en op één na donkerste vlakjes nog een keer, vervaag dan ALLEEN DE RANDJES waar nodig is. Zet het werk even op een afstandje en zie erop toe dat je de contrasten niet vervaagt!
Doe daarna hetzefde met de lichte vlakken.
Wees consequent en ga stapsgewijs te werk.
En nu jij ! succes!